v., het kwijtschelden in verschillende betekenissen.
(e) In het Ned. burgerlijk recht verstaat men onder kwijtschelding afstand van recht door een crediteur jegens zijn debiteur, al dan niet tegen een zekere contraprestatie. In het Ontwerp-BW wordt afstand van recht onderscheiden van kwijtschelding, waarbij de kwijtschelding om niet is en de afstand tegen contraprestatie. Er is verschil van mening over de vraag of kwijtschelding een overeenkomst is dan wel een eenzijdige rechtshandeling, waarvoor de medewerking van de debiteur niet nodig is. Met betrekking tot het bewijs van een kwijtschelding stelt de wet vast dat een vrijwillige teruggave van een schuldbekentenis het vermoeden van de kwijtschelding rechtvaardigt. Tegen dit vermoeden is alleen aan te voeren dat de schuldbekentenis niet vrijwillig uit handen van de crediteur is geraakt. Met schuldbekentenis wordt het origineel bedoeld. De gedachtengang geldt niet wanneer alleen een kopie in handen is van de debiteur.
LITT. H.A.M.Aaftink, Afstand van vermogensrechten (diss. 1974).
In België is kwijtschelding geregeld in de artt. 1282-1288 BW. Buiten de gevallen van stilzwijgende kwijtschelding (vrijwillige teruggave aan de schuldenaar van de oorspronkelijk onderhandse titel die de schuld vaststelt, of van de grosse van het schuldbewijs) heeft de wet andere gevallen van stilzwijgende kwijtschelding aan het oordeel van de rechter overgelaten (art. 1353 BW).