v./m. (-len),
1. verzamelnaam voor de medusegeneratie van de holtedieren (Coelenterata) (e);
2. (fig.) scheldnaam voor een onhebbelijk persoon: een van een vent.
(e) Het lichaam van een kwal heeft de gedaante van een bolsegment (schermvormig), met de bolle zijde (exumbrella) naar boven en de holle zijde (subumbrella) naar beneden. De rand van de exumbrella (schermrand) is glad, gelobd of op andere wijze gevormd en heeft tentakels; ook kunnen bepaalde randorgaantjes optreden. In het midden van de onderzijde bevindt zich de mondbuis, die van zeer verschillende lengte kan zijn en vaak mondlappen vertoont. De mondbuis voert naar de gastrale ruimte, die door radiaire kanalen, die tot een gecompliceerd kanalensysteem kunnen uitgroeien, in verbinding staat met het ringkanaal, dat dicht bij de rand van de umbrella verloopt. De holle onderzijde kan door een ringvormig vlies (velum) gedeeltelijk worden afgesloten.
Zoals bij alle holtedieren is het lichaam opgebouwd uit twee lagen (epidermis en gastrodermis), waartussen zich een steunlamel bevindt, die aanzienlijke afmetingen kan aannemen. De voortplanting geschiedt öf door vorming van geslachtsprodukten (uit de bevruchte eicel ontstaat de poliep-generatie of dadelijk de nieuwe meduse), of door knopvorming. De voortbeweging vindt plaats door contractie van kringspieren, waardoor het lichaam bolvormiger wordt en het water met kracht uit de ruimte onder het scherm wordt weggespoten. De exumbrella wordt daarbij tot voorzijde van het dier. Na verslapping van de kringspieren herneemt het dier zijn oorspronkelijke gedaante. De contractie kan ritmisch worden herhaald.
Kwallen komen in zoet, brak en zeewater voor. Zij drijven meestal met de bolle zijde naar boven aan of nabij het wateroppervlak. Ook zijn enkele diepzeesoorten bekend. Van zowel →Hydrozoa als →Scyphozoa is een groot aantal soorten beschreven, die in uiterlijk sterk kunnen verschillen. De bekende zoetwaterkwal Craspedacusta sowerbii behoort tot de Hydrozoa. De →kompaskwal, →oorkwal en →blauwe haarkwal behoren tot de Scyphozoa.
Tot de orde buiskwallen (→Siphonophora) behoren kolonievormende kwallen of kwallenstaten, waarbij een vergaande werkverdeling tussen de verschillende individuen is opgetreden. De →ribkwallen vertonen alleen oppervlakkige gelijkenis met de kwallen en worden als een afzonderlijk fylum (Ctenophora) beschouwd. zie afb.