Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Kuypers, Julien

betekenis & definitie

Vlaams letterkundige en politicus, geb. 14.8.1892 Pepingen, overl. 16.11.1967 Vorst. Kuypers was van 1936—40 kabinetchef van verscheidene socialistische ministers.

Na de Tweede Wereldoorlog was hij secretaris-generaal en kabinetchef bij het Ministerie van Openbaar Onderwijs. Vervolgens was hij buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister (culturele betrekkingen). Kuypers schreef handboeken en bloemlezingen, studies over litteraire en sociale geschiedenis en verdienstelijk scheppend werk. Werken: Op ruime banen (1921), H. Teirlinck (1924), De gouden poort (1925), Jacob Kats, agitator (1931), Beknopte gesch. van de Ned. Lett. (met T.de Ronde, 1931), Onze litteratuur in beeld (met T.de Ronde, 1935), Heer van Lembeke, rijd aan! (1942), Donderkoppen (1945), Mijn vriend vertelt (1950), Aan de waterkant (1952), Bergop (1957), Jan Pellering (1962), De man van Emblem (1965).LITT. G.Walschap, J.Kuypers (1966); R.Roemans en H.van Assche, Bibliogr. van J.Kuypers (1968).

< >