eigenlijk: Louis Maria Albertus Kuitenbrouwer, Ned. letterkundige, geb. 17.2.1904 Utrecht, overl. 4.3.1958 Utrecht. Kuyle was in 1925 samen met zijn broer Hendrik medeoprichter van het vooruitstrevende rooms-katholieke jongerentijdschrift De ➝Gemeenschap en van de gelijknamige uitgeverij.
In 1934 verlieten Kuyle en zijn broer De Gemeenschap en richtten De Nieuwe Gemeenschap op, waarin zij hun fascistische opvattingen beter kwijt konden. In verband met zijn houding in de Tweede Wereldoorlog werd Kuyle in 1945 een schrijfverbod opgelegd. Van zijn werk zijn vooral zijn novellen van belang als de eerste produkten van de nieuwe zakelijkheid in Nederland. Werken: poëzie: Seinen (1924), Songs of Kalna (1927), IX gedichten (1947); novellen: De bries (1929), Weerlicht (1933), Harmonika (1939); ander proza: Alarm (1934), Jonas (1934), Het land van de dorst (1935), Pan Europa of Europa in de pan (1938), Rond Jezus’ kleed (1954).LITT: L.M.H.Joosten, Katholieken en fascisme in Nederland (1964).