Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kunst'taal

betekenis & definitie

v./m. (-talen), 1. technische taal, vaktaal;

2. kunstmatige, voor internationaal verkeer uitgedachte taal, of taal waarin elementen van verschillende talen verwerkt zijn tot een convergerend geheel, zoals het Esperanto (e).

(e) De geschiedenis van de kunsttaal begint in de 17e eeuw. Reeds Descartes, Leibniz en de Tsjech Comenius hielden zich met het kunsttaalprobleem bezig. In de loop van de tijd zijn honderden projecten voor een kunsttaal ontwikkeld. Weinige hebben bekendheid verworven, een enkele slechts heeft ingang gevonden. Het Esperanto, ontworpen door de Poolse oogarts Zamenhof (1887) is verreweg het meest verbreid. Andere bekende kunsttalen zijn: het Volapük (ontworpen door de Duitser Schleyer in 1879), het Ido (De Beaufront, 1907), het Occidental (De Wahl, 1922; later omgedoopt in Interlingua), het Novial (Jespersen, 1928) en het Interlingua (Int.

Auxiliary Language Association, 1951). Onder taalkundigen heeft nogal verschil van mening geheerst over de structuurbeginselen en de praktische mogelijkheden van kunsttalen. Aanvankelijk was er zeer veel tegenstand, maar op de linguïstische congressen van Genève (1931) en Rome (1933) bleek een toenemend aantal taalkundigen positief te staan tegenover de gedachte van een kunsttaal. Een zwakte van de ontworpen kunsttalen, ook van het Esperanto, is dat men bij de samenstelling vooral rekening gehouden heeft met sprekers van enkele Romaanse en Germaanse talen. Aan sprekers van in structuur sterk van deze talen afwijkende idiomen is niet of onvoldoende gedacht. Het probleem van de schepping van een wereldtaal is sinds 1924 in studie bij de International Auxiliary Language Association.

Of er voor het Esperanto veel toekomstmogelijkheden zijn, is moeilijk aan te geven. In het licht van de bekendheid die enkele natuurlijke talen (Engels, Russisch, Chinees, Spaans) in grote delen van de wereld hebben, een bekendheid die zich steeds meer lijkt uit te breiden, is het aantal personen dat Esperanto verstaat en hanteert, nog onbetekenend.

In de logica maakt men wel gebruik van kunstmatige talen (→artificiële taal), echter niet ter vervanging van natuurlijke talen.

LITT: N.S.Trubetzkoy, Wie soll das Lautsystem einer künstlichen internationalen Hilfsprache beschaffen sein? (Travaux du Cercle Linguistique de Prague 8, 1939); WJ.A.Manders, Vijf kunsttalen (1947); M.Pei, One language for the world (1961).

< >