Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Esperanto

betekenis & definitie

o., voor internationale betrekkingen bestemde kunsttaal.

De woordenschat van het Esperanto, dat als kunsttaal in 1887 werd samengesteld door de Poolse oogarts L.H. Zamenhof, is gevormd op basis van Romaans, Germaans en (voor een klein deel) Slavisch taalmateriaal. Bij de woordvorming wordt gebruik gemaakt van vooren achtervoegsels: Koko (haan), kokino (kip), inkokido (kuiken), koketo (haantje), kokideto (kuikentje); varma (warm), malvarma (koud), varmeta (lauw), malvarmeta (koel). De woordstammen worden, evenals in het Latijn, voorzien van uitgangen: patro (vader), patra en patre (vaderlijk); skribi (schrijven), skriba en skribe (schriftelijk), skribo (schrift). De werkwoordsvormen zijn voor alle personen gelijk; wel bestaan er afzonderlijke vormen voor de tegenwoordige, verleden en toekomende tijd, wederom door aanhechting van bepaalde suffixen (-as voor de tegenwoordige, -is voor de verleden, -os voor de toekomende tijd). Gestreefd is naar zo groot mogelijke regelmatigheid en eenvoud.

Dat het Esperanto voor een ieder gemakkelijk te leren is, kan echter niet worden gezegd aangezien daarvoor veel afhangt van de moedertaal. Het gekozen klanksysteem is voor sprekers van bepaalde talen in West-Europa waarschijnlijk niet al te moeilijk; voor anderen, wier klankstelsel heel anders is, zal het Esperanto-klanksysteem echter wel moeilijk zijn. Hetzelfde geldt voor Esperanto als geheel. Verbreiding en status van het Esperanto blijven ondanks het enthousiasme waarmee het in vele landen wordt gepropageerd, van beperkte betekenis. In de praktijk wordt Esperanto o.a. gebruikt bij radio-uitzendingen, op het gebied van toerisme en in de handel. Jaarlijks worden internationale congressen gehouden.

Op het gebied van de schone letteren bestaat een omvangrijke verzameling vertaalde werken, terwijl in de oorspronkelijke Esperanto-litteratuur alle genres zijn vertegenwoordigd, van sonnet tot cabaret. Behalve in cursussen voor volwassenen, wordt Esperanto onderwezen op scholen en inrichtingen van hoger onderwijs in o.a. Engeland, de BRD, Joegoslavië, Japan, en ook in Nederland.' In België werkt de Vlaamse Esperantistenbond (gemeenschappelijk orgaan met de Ned. Esperantistenvereniging), die in allerlei steden afdelingen heeft. Esperanto-organisaties zijn actief op het gebied van internationale samenwerking en uitwisseling van culturele waarden.

Litt. W.J.A. Manders, Vijf kunsttalen (1947); G.F. Makkink, Esperanto leren lezen (1949); I. Lapenna, La internacia lingvo faktoj pri Esperanto (1954; Ned. vert. 1966); M. Pei, Wanted a world language (1969).

< >