o., een voorbereiding op beroepen op het terrein van de kunst en het leraarschap aan kunstscholen.
(e) In Nederland zijn veel instellingen voor kunstonderwijs:
1. op het gebied van muziek en theater: 16 instellingen voor muziekonderwijs; dansopleidingen; toneelscholen; een school voor mime en een school voor kleinkunst;
2. academies voor bouwkunst en technische hogescholen (architecten en stedebouwkundigen);
3. academies voor beeldende kunsten, een filmacademie en scholen voor kunstonderwijs.
De studieduur is in het algemeen ca. 5 jaar. Alle scholen zijn rijksinstellingen of worden door het Rijk gesubsidieerd.
In België is het kunstonderwijs geregeld door de wet van 14.5.1955. De inrichtingen voor kunstonderwijs worden ingedeeld in zoveel categorieën als noodzakelijk is volgens studieonderwerp en de graad van het onderricht (secundaire of hogere graad).
LITT: Kunstzinnige vorming in Nederland (1973).