een bewerking die ten doel heeft bij een schijndode de spontane ademhaling weer op gang te krijgen. De wijze van toepassing is afhankelijk van de oorzaak van de ademhalingsstilstand.
Als een kind ter wereld komt en nog niet ademt (asfyctisch) tracht men de ademhaling op gang te brengen door enkele tikken op de billen. Wanneer de ademhaling bemoeilijkt wordt door vocht in neus, mond of luchtpijp dan moet dit eerst worden verwijderd (uitzuigen). De ademhaling van een drenkeling of iemand die getroffen is door een elektrische stroom wordt opgewekt door →mond-op-mondbeademing.