v. (-en), het kronen of gekroond worden, m.n. de plechtige plaatsing van de kroon op het hoofd van de nieuwe vorst.
(e) De kroning is de ceremoniële inwijding van een vorst, meestal gecombineerd met religieus ritueel. De eigenlijke kroning bestaat in het op het hoofd zetten van de kroon. Soms geschiedt dat door een kerkelijk hoogwaardigheidsbekleder. In Nederland en België kent men geen kroning, maar een inhuldiging.