m. (-sen), (katoenspinnerij) machine waarop de in vlokken aan elkaar klevende vezels worden opgelost tot enkele vezels en samengevoegd tot een lont.
(e) De op de invoerrol (1) van de kras (afb.) gelegde →lap met het vezelmateriaal (2) wordt langzaam afgewikkeld over de invoertafel (3). De met zaagtandbeslag (→kaardbeslag) beklede takerinwals (4) rukt het materiaal af. Vervolgens voert de sneldraaiende, met fijner zaagtandof naaldbeslag beklede tambour (5) het materiaal langs een langzaam bewegend deksel gevormd uit →flats (6): de plukjes katoen worden geheel geopend. De doffer (7) neemt de vezels over en verdicht ze. Als een dunvezelvlies haalt de hakkerkam (8) het materiaal van de doffer, waarna het door een walsenpaar en een trechter als lont in een draaikan (9) wordt gevoerd.