v./m., Poolse dans uit de streek van Kraków, waarvan reeds in 1510 melding wordt gemaakt.
(e) De krakowiak wordt gedanst op vrolijke muziek in tweekwartsmaat. De paren vormen een cirkel. Oorspronkelijk was de krakowiak een volksdans (paardans), maar later werd zij door de adel overgenomen en gecultiveerd.