Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kortsluiting

betekenis & definitie

v., een van het normale bedrijfsbeeld afwijkende toestand in een elektrische stroomkring, waarbij twee punten van het circuit direct of door een geleider, waarvan de impedantie in vergelijking met die van het overige deel van het circuit zeer klein is, met elkaar worden verbonden (e); (fig.) storing, plotselinge uitbarsting van gevoelens.

(e) De toestand van kortsluiting, waarbij onder omstandigheden ook vuurverschijnselen kunnen optreden, die het gevaar ervan nog vergroten, moet onder alle omstandigheden direct worden opgeheven. Daarvoor dienen smeltveiligheden (‘stop’) of automatische schakelaars die in de stroomkring zijn opgenomen.

Kortsluiting in een huisinstallatie kan o.a. ontstaan door beschadiging van de isolatie van leidingen of aansluitsnoeren, waardoor de koperen aders direct met elkaar in contact komen; door onvoldoende afwerking van aansluitingen waarbij draadjes van snoeren uitsteken; door een stuk gereedschap dat bij het maken van een aansluiting direct contact tussen de geleiders tot stand brengt; door het inschakelen van een defect toestel. De mogelijkheid bestaat evenwel dat de kortsluiting niet volledig is, b.v. door een isolatiefout, waarbij een stroom (lekstroom) ontstaat, die op de plaats van het defect een sterke warmteontwikkeling veroorzaakt, maar die de smeltveiligheden (die tijdelijk vrij sterk kunnen worden overbelast) niet of niet direct doet doorsmelten . In een dergelijk geval is de mogelij kheid van het ontstaan van brand niet uitgesloten.

Voor het overige is het elektrische vermogen, dat in een kortgesloten stroomkring in warmte wordt omgezet, groter naarmate het vermogen van de energiebron (transformator, generator, accubatterij) groter is, b.v. in de schakelinstallatie van een transformatorstation of van de elektrische centrale. Het beschikbare vermogen is daar in de regel zeer groot en de impedantie van net en leidingen zeer klein. Ook in dit geval moet de kortsluiting onmiddellijk worden uitgeschakeld, hetgeen dan door vermogensschakelaars geschiedt waaraan zeer hoge eisen moeten worden gesteld. Behalve met warmteontwikkeling moet tevens rekening worden gehouden met de elektrodynamische werking van kortsluitstromen, waardoor zeer grote mechanische krachten worden uitgeoefend op stroomvoerende geleiders, schakeltoestellen, isolatoren enz., die tot breuk kunnen leiden. In schakelinstallaties van elektrische centrales van groot vermogen worden, ter beperking van de ingeval van kortsluiting optredende stroom resp. de gevolgen daarvan, maatregelen genomen door de impedantie van de kortgesloten stroomkring te vergroten. Men bereikt dit door in serie met de aangesloten leidingen smoorspoelen op te nemen.

< >