Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Kortrijk

betekenis & definitie

Belg. gemeente in de prov. West-Vlaanderen, hoofdplaats van het gelijknamige arr., 78,88 km2, 75660 inw.

Kortrijk is een stad met regionaal verzorgende functies vooral in de handelssector en idustriële sector. De industrie wordt gedeeltelijk verplaatst naar omliggende industrieterreinen. De industrie omvat m.n. textielnijverheid (katoen, confectie), metaalverwerking (stalen meubels), elektrotechniek, houten meubelnij ver heid, juwelenfabricage en baksteenen dakpannenfabrieken. De kleinhandelsfunctie, die van regionaal belang is, is geconcentreerd in het stadscentrum, waar tevens de dienstensector (o.a. banken, verzekeringen, ziekenhuizen en scholen) is gevestigd.Kortrijk, dat als versterkte nederzetting aan de oever van de Leie is ontstaan, heeft vele historische bezienswaardigheden. Het eerste versterkte kasteel werd ca.990 opgetrokken. In de 12e eeuw werd het grafelijk kasteel (geen overblijfselen) gebouwd tussen de nog bestaande Broeltorens en de Onze-Lieve-Vrouwkerk. In 1374 werd aan de kerk de gravenkapel toegevoegd, die fresco’s van de opeenvolgende graven van Vlaanderen bevat. In de eerste helft van de 13e eeuw werden het Onze-LieveVrouwhospitaal (laatgotische achtergevel, barokke kapel) en het Begijnhof (nog 40 huisjes hoofdzakelijk in 17e-eeuwse originele staat) gesticht. Buiten de stadswallen vond in 1302 in de Groeningevlakte de Guldensporenslag plaats (Groeningemonument,

20e eeuw). Als represaille werd de stad in 1382 na de Slag van Westrozebeke door de Fransen vernield.

Getuigen van de middeleeuwse bloei (hoogtepunt eind 14e eeuw) onder invloed van de lakenen linnennijverheid zijn de Sint-Maartenskerk (oorspronkelijk 13e-eeuwse hallenkerk), het Belfort (overblijfselen van 14e-eeuwse kleine halle), en het stadhuis (1520, laatgotisch). Andere bezienswaardigheden zijn nog de romaanse crypt (eind 12e eeuw) onder de markt, het ivoren gotisch beeldje van OnzeLieve-Vrouw van Groeninge (13e eeuw) in de SintMichielskerk, de stadsbibliotheek in de gerestaureerde Berg van Barmhartigheid (17e eeuw, trapgevelgebouw) en het stadsmuseum in een oud patriciërshuis (1800).

Op 1.1.1977 werd Kortrijk uitgebreid met de gemeenten Aalbeke, Bellegem, Bissegem, Heule, Kooigem, Marke en Rollegem. GESCHIEDENIS. Kortrijk is bekend uit de oudheid (Romeinse vondsten; verlatijnst Keltisch toponiem?). Het kreeg als groeiende hoofdplaats van een kasselrij in 1189 stadsrechten van Filips van de Elzas en kende door de lakennijverheid een bloeiperiode in de 14e—15e eeuw. In de 16e eeuw werd overgeschakeld op vlas; de belangrijke Kortrijkse linnenmarkt kende haar hoogtepunt ca. eind 18e eeuw. Kortrijk werd door zijn strategische ligging in het zuiden van België aan een rivier regelmatig belegerd en verwoest (1213 Filips II August; 1382 na de Slag bij Westrozebeke; 1666, 1683, 1792 en de Leieslag 24—28.5.1914). Beroemd is de op 11. 7.1302 op de Groeningekouter geleverde →Guldensporenslag.

< >