[→Gr. kopros, uitwerpselen, fago, eten], v., het eten van (de eigen) uitwerpselen.
(e) Bij het konijn komt koprofagie als een normaal verschijnsel voor; de dieren nemen bepaalde keutels onmiddellijk uit de anus op. De betekenis van deze vorm van koprofagie is waarschijnlijk dezelfde als die van herkauwen: betere benutting van het voedsel. Wanneer het voedsel voor een tweede maal het hele darmkanaal passeert, kunnen de micro-organismen in het laatste deel van het spijsverteringskanaal er nogmaals op inwerken, waardoor er meer bruikbare bestanddelen uit worden afgesplitst, die dan kunnen worden opgenomen. In het algemeen worden dieren die van mest leven ‘koprofagen’ genoemd.
Bij de mens komt koprofagie voor als psychische stoornis.
