Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koperwiek

betekenis & definitie

v./m. (-en), Turdus iliacus, vogelsoort uit de familie lijsters, met roodbruine flanken.

(e) De koperwiek heeft de grootte van een spreeuw. De bovendelen zijn olijfbruin, de onderdelen wit met bruine vlekken; de flanken en okselveren zijn roodbruin; vooral de roomwitte wenkbrauwstreep is een goed kenmerk. Deze soort broedt in NoordEuropa en Noorden Midden-Azië. Hij komt op trek in Nederland en België in groot aantal voor, van eind sept. tot nov. en van half febr. tot april; overwintert in vrij groot aantal. Dit dier voedt zich met insekten, slakken, wormen, enz., ook met bessen.

< >