o., enzym in dierlijke organismen dat de reactie van kooldioxide en water, waarbij koolzuur gevormd wordt, katalyseert.
(e) Koolzuuranhydrase is een metalloproteïne waarvan het metaal zink is. Het komt zowel in het cytoplasma van de cel als membraangebonden voor. Bij zoogdieren is koolzuuranhydrase actief bij het Co2-transport door in de weefselcapillairen Co2 te hydrateren en in de longcapillairen de HCO-3 te dehydrateren volgens:
C02 + H20⇄ H2C03 ⇄ H3CO-3 + H+. Het enzym is van groot belang bij de regulatie van de →zuur-base-balans. In secretorische orgnanen speelt het eveneens een belangrijke rol bij zuur-base-processen. Afscheiding van zuur maagsap door de maagwand of zure urine door de nier zijn hiervan het gevolg, terwijl HCO-3-ionen naar de bloedbaan van maag en nier worden uitgescheiden. Koolzuuranhydrase is aanwezig in het oog van alle gewervelde dieren, in de lever en de alvleesklier waar aan de lumenzijde HCO-3 wordt uitgescheiden. De kieuwen van de vis vertonen steeds een hoge koolzuuranhydrase-activiteit evenals de nieren van zoetwatervissen (in mariene vissen wordt geen koolzuuranhydrase in de nieren aangetroffen).
Ook in ongewervelde dieren komt het enzym zeer verbreid voor. Ook hier speelt het een rol bij de zuur-basebalans waarbij het gaat om de afgifte van kooldioxide of fixatie van C02 in de vorm van bicarbonaat (→alkalireserve). Bij weekdieren, kreeftachtigen en holtedieren is de kalkafzetting gecorreleerd met de activiteit van het koolzuuranhydrase.