Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kompas

betekenis & definitie

o. (sen),

1. instrument dat de magneti sche meridiaan (minder eig. de hemelstreken) aan wijst en dient ter bepaling van hoe men ten opzichte daarvan gericht is (e): de streken van het het oog op het — houden; (zegsw.) zijn is verdraaid, zijn verstand is van streek; ook: hij is niet welgemutst; (fig.) richtsnoer, richtlijn, beginsel: op dat kan men veilig afgaan; op iemands — zeilen, het volgen, zich naar hem richten;
2. inrichting in horloge waardoor men de balansveer langer of korter kan maken en daardoor de gang enigszins vertragen of versnellen.

(e) Het magnetisch kompas bestaat in principe uit een doos van nietmagnetiseerbaar materiaal, met in het midden van de .bodem een stift waarop een magneetnaald vrij kan bewegen. Die magneetnaald beweegt zich naar de magnetische polen van de aar de. De in het noorden gelegen magnetische pool valt niet samen met de geografische noordpool, die in het zuiden niet met de geografische zuidpool. De hoek tussen de richting van de kompasnaald en die naar het geografische noorden heet →declinatie of variatie (in scheepvaart). De plaats van de magneti sche polen varieert enkele boogminuten per jaar (→aardmagnetisme). Een derde oorzaak waardoor het kompas enigszins afwijkt, is gelegen in het ijzer van het schip.

Tijdens de bouw van het schip is het blijvend (permanent) magnetisch geworden. De erdoor veroorzaakte afwijking heet deviatie. De som van variatie (declinatie) en deviatie heet mis wijzing. De stuurman moet de grootte ervan jennen om te weten welke koers op het kompas gestuurd moet worden. De deviatie verandert met de voorlig gende koers en staat aangegeven in de zgn. stuurta bel. De stuurtabel wordt samengesteld door een kompassteller, en moet op gezette tijden worden herzien, m.n. na ingrijpende reparatie van het schip (elektrisch lassen veroorzaakt het ontstaan van per manente magneten) en na een lange oplegperiode.

Het voornaamste kompas aan boord is het stan daard of peilkompas. De plaats, veelal bovenop het stuurhuis, is aan diverse voorschriften gebonden, o.a. minstens 270° vrij zicht. Voor een goede wer king tegen het scheepsmagnetisme wordt het door de kompassteller gecompenseerd waarbij het schip in de haven aan de kompaspool wordt rondgetrok ken, dan wel op open zee rondvaart. Als compensa tiemiddel dient

1. een permanente magnetische staaf in koperen buis voor het kompas ten behoeve van de vier hoofdrichtingen;
2. horizontaal op rails verschuifbare weekijzeren bollen voor de vier 45° verder gelegen streken (b.v. noordoost);
3. de flindersbar, een verticale weekijzeren staaf voor de diverse breedtecorrecties;
4. een verticale hel ling/magneet middenonder de kompasketel voor de hellingsdeviatie.

Veel koopvaardijschepen hebben naast het voorals nog verplichte magnetische kompas, een →gyro kompas. De aanwijzing van het moederkompas kan elektrisch worden overgebracht op dochterkompas sen: op de commandobrug soms drie: een stuurkom pas bij het stuurrad en twee peilkompassen op de stuurbakboordsbrugvleugel. Belangrijk is vooral, dat het gyrokompas gemakkelijk kan worden ge combineerd met een automatische stuurmachine. Op het achterdek staat veelal een nood- of reservekompas.

In Chinese geschriften uit de 12e eeuw is reeds spra ke van een schip met een kompas. De eerste be schrijving (1269) is van Petrus Peregrinus de Mari court in zijn ‘Epistola de magnete’. Het principe van de windroos (of kompasroos) was al bij de Grieken bekend. Het noorden werd aanvankelijk aangege ven door een pijlspits, speer of T (Tramontana = Poolster of Noordenwind); deze symbolen gingen omstreeks 1492 over in de ‘fleur de lis’ (de gestileer de lelie van de Bourbons). De kompasroos had vroeger alleen een indeling in 32 windstreken, thans (ook) in 360°. De aanvankelijk in een houten kist geplaatste kompasroos met aan de onderzijde de naald, werd later ondergebracht in een koperen ke tel en af gedekt met een glazen plaat.

Lord Kelvin construeerde een nieuwe kompasroos waarbij een achttal evenwijdige magneetnaaldjes bevestigd waren aan zijden draden verbonden aan een alumi nium ring. Met een saffier op een iridiumpunt was de wrijving zeer gering. Ter vergroting van rust en gevoeligheid is het hedendaagse vloeistofkompas gevuld met een mengsel van water, alcohol en glycerine. De ringmagneet is van tikonalstaal, dat zeer sterk (en langdurend) magnetisch gemaakt kan worden.

< >