[→Gr. kolpos, moederschoot], v., (ook: vaginitis), ontsteking van de schede.
(e) Bij kolpitis ontstaat een afscheiding wit of geel vocht: fluor albus (witte vloed). Soms ontstaat jeuk. De oorzaken van de kolpitis kunnen zijn èf een verminderde weerstand van het schedeslijmvlies (zoals tijdens de kinderjaren of op oudere leeftijd), òf de aanwezigheid van pathogene kiemen (Tricho monas, Monilia) in abnormaal grote aantallen. Normaliter houden de nietpathogene kiemen van de zgn. bacteriële flora in de schede de wel pathoge ne kiemen door concurrentie binnen de perken. Verstoring van dit evenwicht, b.v. door regelmatige schedespoelingen, kan aanleiding geven tot het overwoekeren van een of andere pathogene kiem. De behandeling hangt af van de oorzaak van de kolpitis.
