Oostenrijks (sinds 1947) Engels schilder en dichter, *1.3.1886 Pöchlarn aan de Donau. Kokoschka was een leerling van G.Klimt (190508), maar sloot zich, mede uit reactie tegen zijn leermeester en de jugendstil, bij de Duitse expressionisten aan.
Van 191820 was hij leraar aan de Kunstschule te Dresden. In zijn werk is vooral de kleur zeer belangrijk. Door de opkomst van het Duitse nationaalsocialisme week hij eerst naar Praag uit (1934) en later naar Londen (1938). Kokoschka schilderde krachtige portretten, o.a. van A.Loos en K.Kraus en na de Tweede Wereld oorlog van K.Adenauer, L.Erhard en T.Heuss. Bekend werden ook zijn vele landschappen en stadsimpressies. Kokoschka schreef tevens expres sionistische drama’s, gedichten en essays.
Werken: Die trdumenden Knaben (1908; herdr. 1956), Der brennende Dornbusch (1911), Der gefesselte Ko lumbus (1917), Orpheus und Eurydike (1925), Der Expressionismus Edvard Munchs (1953), Spur im Treibsand (1951), Mein Leben (1971). Uitgave: O. Kokoschka. Das schriftliche Werk (2dln. 1973—74). LITT: J.P.Hodin, O.Kokoschka, A biographical study (1966); R.Brandt, Figurationen und Kompo sitionen in dem Dramen O.Kokoschkas (1968); Cat. tent. O.Kokoschka 190770, Haus der Kunst Mün chen (1971); G.J.Lischka, O.Kokoschka (1972).
