Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Koekkoek, Barend Cornelis

betekenis & definitie

Ned. schilder en lithograaf, *11.10.1803 Middelburg, ♱5.4.1862 Kleef. Koekkoek werkte te Amsterdam en Hil versum en vertrok in 1836 naar Kleef, waar hij in 1841 een tekenacademie oprichtte, die hij tot zijn dood leidde.

Zijn vele bosgezichten en winterland schappen, zowel in tekening, schildering als litho, en de gedetailleerde weergave, verraden een be wondering voor het werk van de 17eeeuwse land schapschilders, zoals Hobbema en Wijnants. Koek koek had veel leerlingen en navolgers, o.a. Paul →Gabriel. LITT: F.Gorissen, B.C.Koekkoek, 180362 ; Cat. tent. B.C.Koekkoek, 1803—1862, Kleef (1962).

< >