Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kluisdeur

betekenis & definitie

v./m. (en), deur ter afsluiting van een kluis.

(e) In het algemeen dient de kluisdeur tenminste dezelfde bescherming tegen inbraak en/of brand te bieden als de wanden van de kluisruimte. Kluisdeuren worden gefabriceerd in diverse afmetingen en met verschillende beveiligingseigenschappen. Zij variëren van lichte, hoofdzakelijk brandwerende typen (b.v. voor archiefruimten), tot zeer zware meer dan 30000 kg wegende deuren, b.v. voor de kluis van de hoofdkantoren van banken. In combinatie met een normale kluisdeur wordt in vele gevallen ook een kleinere noodkluisdeur toegepast, waarvan het weerstandsvermogen gelijk dient te zijn aan dat van de normale kluisdeur. Het doel van een noodkluisdeur is om de kluisruimte te kunnen bereiken wanneer de normale kluisdeur om bepaalde redenen niet kan worden geopend; daarnaast vergemakkelijkt de toepassing van twee kluisdeuren de mogelijkheid tot luchtverversing in de kluisruimte.

Ter afsluiting van een kluisdeur wordt, behalve een sleutelslot en →combinatieslot, soms ook een →tijdslot toegepast, vooral bij bankkluizen.

< >