v., de ongevoeligheid van vloeibare brandstoffen voor zelfontbranding zodat er geen kloppen optreedt.
(e) De maat waarin de klopvastheid wordt uitgedrukt is het →octaangetal van de brandstof. Het nuttig effect van een motor kan worden verhoogd door de compressie op te voeren, maar dit verhoogt het klopgevaar. Het klopgevaar kan worden verminderd door toepassing van een klopvaste benzine, d.i. een benzine waarvan de samenstellende componenten uit klopvaste koolwaterstoffen bestaan. Aan de benzine worden ter verbetering van het octaangetal ook nog geringe hoeveelheden additieven, m.n. TEL (tetraethyllood) toegevoegd. Door hun hoge giftigheid en kostbaarheid zijn hieraan grenzen gesteld, ook vanwege de giftigheid van de uitlaatgassen.
Vele landen hebben daarom normen, waarin het maximaal toegelaten percentage TEL is vastgelegd. Men wil dit percentage in de loop van de jaren verlagen. Daar het kloppen ook van de motorconstructie afhangt, wordt de klopvastheid van een motor beproefd. Men gaat na bij welk octaangetal van de benzine de motor nog juist klopvrij kan lopen. Daarbij moeten bij het onderzoek de voorwaarden zo ongunstig mogelijk worden gekozen (o.a. warme motor, hoog draaimoment, gering toerental).