Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

klapperen

betekenis & definitie

(klapperde, heeft geklapperd),

1. een telkens of gedurig herhaald klappend geluid maken: klapperende muiltjes; het hoefijzer klappert; klepperen;
2. zo’n geluid maken bij het heen en weer slaan: het zeil klappert; wat staat die deur toch te —!;
3. (meer met gedachte aan beweging dan aan geluid) snel achtereen tegen elkaar slaan, m.n. van de tanden in onderen bovenkaak, bij koorts.

< >