SSR in Centraal-Azië, grenst aan China, 198500 km2, 3,4 mln. inw. Hoofdstad: Froenze. FYSISCHE GESTELDHEID. Kirgizië wordt van west naar oost doorlopen door het Tjan-Sjangebergte, waarvan de toppennaar hetoostentot7000 m oplopen.
Het Narindal ligt lager, het loopt af naar het Ferganabekken (tot Oezbekistan behorend); eveneens lager ligt het Issik-Koelbekken, in het noordoosten grotendeels in beslag genomen door het Issik-Koel Meer (6280 km2). Kirgizië heeft een continentaal klimaat. Het vochtigst zijn de dalen, die naar het noorden en westen open liggen (Tsjoeen Talasdal). Deze dalen en het oosten van de IssikKoellaagte zijn het gunstigst voor de landbouw. BEVOLKING. De bevolking woont m.n. in het noorden (Tsjoeen Talasdal) en aan de grens in het westen. Alle steden (met industrie en mijnbouw) zijn hier gelegen. De stedelijke bevolking maakt 53 % van de bevolking uit.
De bevolking neemt snel toe. De Kirgiezen maken 44 % van de bevolking uit. Het overige deel bestaat m.n. uit Russen (29 %), Oekraïners (4 %) en Oezbeken (11 %). ECONOMIE. Kirgizië was tot 1930 een onontwikkeld land. Sindsdien is het echter ontsloten en de ontwikkeling is opgetrokken. Het analfabetisme is verdwenen. De oorspronkelijk nomadische Kirgiezen hebben zich gevestigd.
De veeteelt is op nieuwe leest geschoeid (kolchozen), landbouw met nieuwe gewassen ingevoerd. Met de ontginning van de minerale bodemschatten werd een aanvang genomen. De industrie werd opgebouwd. De veeteelt is iets belangrijker dan de akkerbouw. Van het in gebruik zijnde agrarische land (100000 km2) is 83700 km2 bergweide, met veeteelt. Kirgizië heeft meer dan 9,6 mln. schapen.
De akkerbouw (13000 km2) vindt m.n. aan de noordgrens en in het Ferganadal plaats. In het laatste gebied katoen, luzerne en moerbeibomen voor de zijderupsenteelt. In het noorden in het Tsjoedal, eveneens op geïrrigeerd land, suikerbieten en fruit (appels, meloenen); in het Talasdal tabak en in het Issik-Koelgebied papaver en aardappelen. Tarwe (18 % van de ingezaaide oppervlakte) wordt in al deze gebieden verbouwd. Het Ferganagebied is belangrijk kolenveld. Kirgizië bezit verder nog aan mineralen: lood en tin (IssikKoel), uraan (heuvels rond Ferganadal) en kleinere voorkomens van verschillende metalen (koper, aluminium, kwik en goud).
Behalve kolen (produktie 4,1 mln. t/jaar) bezit Kirgizië olie (230000t/jaar) en gas. Een energiebron is het potentieel aan waterkracht (Kirgizië is bergachtig en regenrijk). Er zijn stuwdammen in de Tsjoe bij Orto-Tokoj en in de Narin bij Oetsjikoergan, ook voor de irrigatie in het Tsjoedal bij Froenze. De industrie (240000 werknemers), verwerkt m.n. landbouwprodukten: graan, suikerbieten, tabak, wol, huiden, vlees, katoen en zijde. Machine-industrie is in het Tsjoedal geconcentreerd (Froenze). Het noorden is voorzien van een zijspoor van de Toerksib, dat via Froenze leidt naar Ribatsje; ook enkele plaatsen in het Ferganadal zijn met de Toerksib verbonden.
Het bergland tussen beide is weinig ontsloten en dan nog alleen door landwegen. Een autoweg doorsnijdt het bergland tussen Froenze en Fergana; een tweede leidt naar Fergana. Op het Issik-Koel Meer is scheepvaart. Belangrijke pijpleidingen zijn BoecharaTasjkent-Froenze, Majli Saj -Dzj atal-Abad Osj. [drs.J.de Vries]