o., ultrabasisch stollingsgesteente.
(e) Kimberliet komt voor in Zuid-Afrika als vulkanische breccië, in de vorm van verticale pijpen met ronde of elliptische doorsnede van zeer verschillende grootte. Het is het moedergesteente waarin de diamant voorkomt en bestaat uit olivijn, serpentijn, pyroxeen, ilmeniet en glimmer en bevat talrijke brokken van de door de opstijgende lava doorbroken gesteenten.