m. (-lichamen), ben. voor drie verbindingen die in de lever uit acetyl-coënzym-A worden gevormd.
(e) Ketonlichamen worden bij vele vertebraten in de lever gevormd uit acetyl-CoA, dat voornamelijk afkomstig is uit vetzuurafbraak. Het gevormde acetyl-CoA wordt in de lever omgezet in acetoazijnzuur dat vervolgens in β-hydroxyboterzuur en aceton kan overgaan. Deze ketonlichamen worden door het bloed naar de perifere weefsels getransporteerd waar zij verder kunnen worden geoxideerd via de →Krebscyclus. Vorming van ketonlichamen treedt zowel op bij gebruik van een vetrijk dieet als bij gebruik van een eiwitrijk dieet. Bij een eiwitrijk dieet worden bij afbraak van de ketogene aminozuren eindprodukten in de vorm van. acetyl-CoA en acetoazijnzuur gevormd, die zich dan tijdelijk ophopen in het bloed. Ook bij honger, in het stadium waarin vrijwel uitsluitend vet wordt verbrand, worden ketonlichamen gevormd en vaak in zodanige mate dat deze in de urine worden uitgescheiden.
Dit laatste is het gevolg van het feit dat de Krebscyclus in de diverse weefsels weinig actief is, omdat glucose als ‘gangmaker’ van deze cyclus in de cel in onvoldoende mate beschikbaar is. Een soortgelijke situatie doet zich voor bij suikerziekte waarbij glucose, ofschoon in het bloed aanwezig, niet de celmembranen kan passeren en de cel derhalve de gangmaker van de Krebscyclus mist om het uit de vetzuurafbraak afkomstige acetyl-CoA verder te oxideren. →stofwisseling.
