Ned. schilder en dichter, *18.3.1548 Gouda, †(begr. 8.8.)1616 Amsterdam. Ketel was leerling van Anthonie Blocklandt en werkte twee jaar voor het slot Fontainebleau.
Na een kort verblijf te Gouda vertrok hij in 1573 naar Engeland, waar hij veel portretten voor het hof schilderde. Sedert 1588 verbleef hij te Amsterdam. Als zijn leerling wordt o.a. Wouter Crabeth genoemd. Ketel muntte vooral uit in zijn zeer Hollandse doelenof schuttersstukken: m.n. Corporaalschap van kapitein Dirck Jacobsz Rosecrans en van luitenant Pauw (1588; Rijksmuseum, Amsterdam), waarvan de figuren voor het eerst ten voeten uit zijn geschilderd.
Als eerste streefde hij naar ruimte in de opzet van zijn werken; hij plaatste daartoe zijn figuren diagonaal in de compositie, waardoor hij tevens een beter perspectief wist te bereiken. Als dichter was Ketel lid van de Amsterdamse rederijkerskamer De Eglantier.LITT. A.B.de Vries, Het Noordned. portret in de tweede helft van de 16e eeuw (diss. 1943).
