Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kennel

betekenis & definitie

[→Eng.], m. (-s), (eig.) hondehok; hondenhuis; (bij uitbreiding) hondenfokkerij.

(e) Een kennel is een verblijfsruimte in de openlucht voor een of meer honden die daarin dag en nacht verblijven. Hij bestaat uit een nachthok of binnenhok dat aan een open, al of niet overdekte en met gaas of ijzeren spijlen begrensde loopruimte grenst. Met de kennelnaam dient de fokker-eigenaar van rashonden zich aan in advertenties of op tentoonstellingen en bij cluben veldwedstrijden. Fokprodukten van een bepaalde kennel worden ook aangeduid met de kennelnaam. In de VS en in Engeland hebben de kennelclubs grote bevoegdheden binnen de kynologie. In de VS kent men de Amerikaanse Kennel Club, in Engeland de Engelse Kennel Club.

In Nederland bestaat sedert 1890 de (nu Koninklijke) Ned. Kennelclub Cynophilia. Cynophilia heeft het recht de jaarlijkse Winnertentoonstelling te organiseren, waaraan het alleenrecht is voorbehouden de jaarlijkse titels van winner, winster, jeugdwinner en jeugdwinster toe te kennen. Cynophilia kan van dit recht afstand doen. In dat geval roept de Raad van Beheer andere verenigingen op de organisatie van deze tentoonstelling op zich te nemen.

< >