Amerikaans politicus, *20.11.1925 Brookline (Massachusetts), ♱(verm.)6. 6.1968 Los Angeles (Californië); zoon van J.P. →Kennedy. Kennedy diende tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de marine in het Caribisch Gebied.
Hij studeerde aan Harvard University en de universiteit van Virginia. Van 1953-56 was hij lid van de permanente subcommissie van de Senaat voor onderzoek naar anti-Amerikaanse activiteiten: hij ageerde scherp tegen de door senator J. →McCarthy gevoerde praktijken. Na 1959 zette Kennedy zich geheel in voor de verkiezingscampagne van zijn broer John. Na diens verkiezing tot president werd hij minster van Justitie, in welke functie hij zich beijverde voor de gelijke burgerrechten. Hij behield deze functie ook nog enkele maanden onder president L.B.→Johnson. Na zijn aftreden werd hij senator voor de staat New York.
Vooral na 1967 uitte Kennedy steeds feller kritiek op de politiek van president Johnson inzake de Vietnamese Oorlog. In 1968 besloot hij te dingen naar de kandidatuur voor het presidentschap. Tijdens een voorverkiezing in Californië werd hij door de Jordaanse immigrant Sirhan Sirhan (vermoedelijk uit wraak voor Kennedy’s vermeend pro-Israëlische standpunt) neergeschoten. Werk: 13 days, a memoir of the Cuban crisis (1969).