o., lemig, stenen bevattend materiaal dat onder het landijs tot afzetting kan komen.
(e) Het keileem is in Nederland tijdens de voorlaatste ijstijd (Saaie of Riss) door het landijs afgezet, en bestaat voor een deel uit materiaal dat in het herkomstgebied werd opgenomen (m.n. Fennoscandinavië). Voor een ander deel bestaat het uit lokaal materiaal en is afhankelijk van de samenstelling van de ondergrond waarover het ijs zich heeft voortbewogen. In Nederland wordt overwegend in onverweerde toestand verkerend grijs, kalkrijk keileem aangetroffen. Plaatselijk komt echter rood keileem op of in het grijze voor. Het rode keileem is veel kleiiger en heeft zwerfstenen van Oostbaltische herkomst.
Het keileem komt voor tot een dikte van enige meters en kan zoals in NoordoostNederland een aaneengesloten dik vlak onder het maaiveld vormen. In de meeste gevallen ligt het dieper en meer verspreid. Door zijn mechanische eigenschappen is het keileem zeer geschikt voor de aanleg van dijken (Zuiderzeewerken) en voor verwerking tot baksteen.