Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Kazachstan

betekenis & definitie

SSR in de USSR ten noorden en oosten van de Kaspische Zee, 2717300 km2, 14498000 inw. Hoofdstad: Alma Ata.

Kazachstan is na de RSFSR de grootste unierepubliek in de USSR. FYSISCHE GESTELDHEID. Kazachstan is grotendeels een vlakte van steppen en woestijnen: de Hongersteppe (Dala) en Kizil-Koem. Omdat de droogte van noord naar zuid toeneemt, veranderen in dezelfde richting de steppen in woestijn. Slechts de randgebieden zijn heuvelof bergachtig; in het noordwesten de Moegodzjari-heuvels, uitlopers van de Oeral, in het noordoosten het westelijk deel van de Altaj. Het westen van Kazachstan wordt voor een groot deel ingenomen door de Kaspische Laagte, verder door het iets hogere Oestoert Plateau. Het midden wordt gevormd door het vruchtbare Laagland van Toeran (Aralgebied) dat door het Toergai Plateau met West-Siberië in verbinding staat. Van Kazachstan is 60 % van de oppervlakte natuurlijke weide (steppen, halfwoestijnen en bergweiden, zoutbodems, gebergten enz.), 500000 km2 is woest, 170000 km2 is bos en struikgewas.

Kazachstan heeft een continentaal klimaat. Het grootste deel heeft minder dan 300 mm neerslag per jaar. De oostelijke bergen hebben de meeste neerslag. De koude noordenen de hete zuidenwinden kunnen in de landbouw veel schade aanrichten. BEVOLKING. Van de bevolking leeft 54 % in stedelijke gebieden. De Kazachen maken 33 % van het inwonertal uit, de Russen 42 % en de Oekraïners 7 %, Witrussen 2 %. Er zijn meer dan honderd nationaliteiten in Kazachstan.

Golven immigranten hebben het, door politieke of economische omstandigheden, door de eeuwen heen overspoeld. De mechanisering en modernisering van de landbouw trekt ook nog steeds veel mensen. Het geboortencijfer ligt zeer hoog: 17,6 %o.Kazachstan kent geen analfabetisme meer. Er zijn ca. 9200 scholen voor basisen voortgezet onderwijs, 216 scholen voor hoger beroepsonderwijs, 50 instellingen voor hoger onderwijs. De Academie voor Wetenschappen van Kazachstan omvat 31 instellingen.

ECONOMIE. Algemeen. Door grootscheepse industrialisering, het exploiteren van de bodemschatten en het uitbreiden van de landbouw is Kazachstan tot grote economische bloei gekomen.

Landbouw. Van de grond is ca. 2,3 mln. km2 in cultuur gebracht. Hiervan is 352000 km2 landbouwgrond (granen, katoen, tabak, rubber, fruit, druiven). Tussen 1954—59 werden grote gebieden ontsloten, waar 553 nieuwe sovchozen werden gevestigd. De akkerbouw (sterk gemechaniseerd) vindt zijn zwaartepunt in de steppen van het noorden, waar m.n. zomertarwe wordt verbouwd. In het zuidoosten en in de dalen van Syr Darja, Irtysj, Tobol en Noera is geïrrigeerde landbouw.

In het Noeragebied worden wintertarwe, rijst, katoen en fruit geteeld. Het Irtysj-Karaganda Kanaal (490 km lang) levert water aan industrie en landbouw van Karaganda.

Veeteelt. De veestapel omvat 7,2 mln. runderen, 34,4 mln. schapen en geiten, 2,2 mln. varkens. Energie. De energie voor de industrie wordt geleverd door kolen (93,6 mln. t), bruinkool, aardolie (24 mln. t), aardgas (5 mrd. m3) en hydro-elektriciteit (o.a. centrales bij Oest-Kamenogorsk en Boechtarminsk). De totale elektriciteitsproduktie was in 1976 55,6 mrd. kWh.

Mijnbouw. Kazachstan is uitzonderlijk rijk aan grondstoffen. Steenkool wordt gevonden bij Karaganda, bij Ekibastoez en Teniz-Korzjoenboelj, wolfraam eveneens bij Karaganda, bruinkool bij Tsjimkent en Toergai, aardolie in het westen langs de Emba, bij Goerjev en Mangysjlak aan de Kaspische Zee. Kazachstan is de belangrijkste producent in de USSR voor niet-ijzerhoudende metalen: koper in het zuiden, lood, zink, chroom. Bij Nikeltau wordt nikkel gedolven. Verdere mijnbouwprodukten zijn ijzererts, mangaan, goud, antimoon, kobalt, titaan, aluminium, fosforiet, bariet, zilver, molybdeen, cadmium, asbest en verschillende zouten.

Industrie. Onder invloed van deze delfstoffenrijkdom is de metaalindustrie van groot belang. Deze is gevestigd waar metalen gewonnen worden. Zware verwerkende industrie vindt men in Middenen West-Kazachstan en in de bergen (Leninogorsk). Bij Leninogorsk en Tsjimkent staan loodfabrieken. Bij de Emba en bij Aktjoebinsk wordt olie verwerkt.

Ook de landbouwindustrie is tot bloei gekomen (voedingsmiddelen). De laatste decennia hebben de chemische industrie (kunstmest), de machinebouw en bouwmaterialennijverheid een hoge vlucht genomen, o.a. in Alma Ata, Tselinograd, Petropavlovsk, en Tsjimkent. In 1975 werd 4,9 mln. t staal geproduceerd, 6,8 mln. t cement en 5,8 mln. t kunstmest.

Verkeer. De ontginning van de ertsrijkdom, de industrialisatie en de ontwikkeling van de landbouw in het noorden noopten tot een verdichting van het verkeersnet. Vooral spoorwegen werden aangelegd; in 1940-76 werd de totale lengte van het spoorwegnet (1976: 14140 km) meer dan verdubbeld. Het wegennet omvat 61600 km verharde en 35300 km onverharde wegen. Bij het vrachtvervoer neemt het spoorwegtransport de eerste plaats in. Het transport per pijpleiding ontwikkelt zich: een olieleiding loopt van Goerjev naar Omsk, gaspijpleidingen van Boechara via Oestoert naar Oeral en van Tasjkent via Froenze naar Alma Ata.

De scheepvaart is van belang, m.n. op de Kaspische Zee, het Aral Meer en het Balchasj Meer, op het stuwmeer van Boechtarminsk en op de rivieren de Irtysj, de Syr Darja en de Oeral. GESCHIEDENIS. De Kazachen zijn in de 13e eeuw ontstaan door vermenging van Turkse stammen met Mongolen. Zij waren islamitisch. De Kazachen behoorden oorspronkelijk tot het Mongoolse Rijk van de →Gouden Horde, waarvan zij zich in 1456 afscheidden. Op het gebied van het huidige Kazachstan ontstonden toen drie ordas (horden), de grote, midden en kleine. Deze vochten onderling en tegen andere Centraalaziatische stammen. De Kleine Horde werd zo in het nauw gedreven door de Doenganen (Chinese mohammedanen), dat zij zich onder Russische protectie stelde.

Daarna vergemakkelijkte de strijd tussen de Kazachen en Kalmukken de verdere Russische penetratie. Van 1783—97 was de Kleine Horde in opstand tegen de Russen. Sinds ongeveer 1830 vestigden Russische kolonisten zich in Kazachstan. In 1847 onderwierp Rusland Kazachstan geheel na jarenlange strijd. In 1870 en 1916 kwamen de Kazachen tevergeefs in opstand. Het feodalisme van de Kazachen geraakte geheel in ontbinding.

Tijdens de Russische Burgeroorlog was Kazachstan in handen van de ‘witte’ legers. In 1919—20 werd het door het ‘rode’ leger bezet. In aug. 1920 kwam er een autonome Sovjetrepubliek, die Kirgizische Republiek werd genoemd. Tijdens de collectivisatie van de landbouw (1928-34) werden de Kazachen zwaar getroffen. Velen van hen weken met hun kudden uit naar Chinees-Toerkestan (Sintjiang) en Afghanistan. In 1936 werd Kazachstan een van de unierepublieken.

Tijdens de grote zuivering (1936— 38) werd een groot aantal inheemse functionarissen gedood of gedeporteerd. Na Stalins dood (1953) kwam het tot grootscheepse Russische en Oekraïense migratie naar de nieuw te ontginnen graangebieden in Noord-Kazachstan. In de jaren zestig vluchtten vele Kazachen uit Sintjiang naar Kazachstan, wat bijdroeg tot verscherping van het Chinees-Russische conflict. De Kazachen moesten hun nomadische leefwijze vrijwel geheel opgeven.

< >