(Qatar), onafhankelijk sjeikdom in ZuidwestAzië, 10360 km2, ca. 100000 inw. Hoofdstad: Doha.
FYSISCHE GESTELDHEID. Katar is een schiereiland dat ca. 135 km in de Perzische Golf uitsteekt. Het is vlak en woestijnachtig land, dat nergens boven de 750 m reikt. Langs de kust artesische bronnen, in het westen heuvelruggen, bij de afscheiding met Saoedi-Arabië sabkhahs (zoutvlakten). Zeer warm en droog (neerslag minder dan 19 mm); de relatieve vochtigheid is in de zomer hoog. BEVOLKING. Het geboortencijfer is 50 %o, het sterftecijfer is 19 %o. Ca. 75 % van de bevolking woont in de hoofdstad Doha. Er wonen veel buitenlanders (m.n. uit het Midden-Oosten) in Katar. Godsdienst. De bevolking is voor meer dan 95 % islamitisch.
ECONOMIE. Aardolie, ontdekt in 1939, werd ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog pas in 1949 geëxploiteerd. De enige velden op het vasteland liggen bij Doekhan en worden geëxploiteerd door de Qatar Petroleum Company. In de jaren zestig werden door Shell Qatar in zee twee grote olievelden ontdekt. In 1973 werd 27,5 mln. t geproduceerd. De reserve wordt geschat op 542 mln. t. De industrie is beperkt tot een raffinaderij, een cementfabriek, petrochemische industrie en enige visverwerkende bedrijven.
Landbouw is nauwelijks aanwezig. Slechts 0,34 % van het areaal wordt bebouwd, waarvan 12 % met dadelpalmen. De handel is overwegend in lokale handen, zodat velen daarin een bestaan vinden. Er is 750 km verharde weg en een internationale luchthaven (Doha). STAATSINRICHTING. Het staatshoofd is een sjeik van de al Thani-familie. Hij wordt bijgestaan door een aantal ministers en een adviesraad. Gestreefd wordt naar een politiek verband met de zeven emiraten aan de Verdragskust en het eiland Bahrein. Onderwijs.
Sedert 1975 bestaat er een regulier onderwijssysteem. Er zijn 88 scholen. Naast scholen voor primair en tertiair onderwijs zijn er technische scholen en een onderwijzersopleiding. Gezondheidszorg. Katar heeft drie overheidsziekenhuizen (621 bedden) en twee particuliere hospitaaltjes (37 bedden). Daarnaast zijn er vijf klinieken.
GESCHIEDENIS. Katar sloot op 3.11.1916 met Groot-Brittannië een protectieverdrag. Nadat de Britse regering had aangekondigd haar militaire macht aan het eind van 1971 uit deze gebieden te zullen terugtrekken, vormde Katar samen met acht andere Arabische staten aan de Perzische Golf in april 1968 een ‘Federatie van Arabische Staten’. Op 1.9.1971 kondigde de kroonprins van Katar, tevens premier, sjeik Khalifa bin Hamad al Thani, de onafhankelijkheid van Katar af. Daarmee werd het sedert 1916 bestaande protectoraat van Groot-Brittannië opgeheven. Op 3.9.1971 tekende sjeik Ahmed bin Ali al Thani, monarch van Katar, een vriendschapsverdrag met Groot-Brittannië. Katar trad toe tot de Arabische Liga en de VN.
Voorts werd steun toegezegd aan de Federatie. Sjeik Ahmed bin Ali al Thani werd op 22.2.1972 door een onbloedige staatsgreep afgezet door zijn neef sjeik Khalifa bin Hamad al Thani. Deze laatste kwam aan de macht met steun van de heersende al Thani-familie. Er werden enige hervormingen doorgevoerd die erop duidden dat er een periode was begonnen van gelijkmatige politieke en sociale vernieuwing. LITT: J.Marlowe, The Persian Gulf in the 20th century (1962); M.T.Sadik en W.P.Snavely, Bahrain, Qatar and the United Arab Emirates (1972); F.Halliday, Arabia without sultans (1974).