[Hdu.j, m. (mv.), smalle geulen in kalksteen, steenzout en gips, veroorzaakt door de oplossende werking van het af spoelende regenwater.
ⓔ Karren kunnen zich vanuit ondiepe geultjes ontwikkelen tot 10 m diepe geulen, terwijl de richels van brede gladde vlakken tot scherpe graten worden, zodat een door karren gemodelleerde helling moeilijk is te overschrijden. Karrenvorming is een gevolg van oplossing, door het afspoelende regenen smeltwater. De richting is door het natuurlijke verval gegeven, de plaats door vóór de aantasting onzichtbare barsten. Men spreekt van karrenvelden, als over het algemeen haast vlakke gebieden door karren gemodelleerd zijn (Steinernes Meer, 25 km2, op 2100 m, in de Salzburger Kalkalpen). Karren treden vooral op in gebieden waar sneeuw valt. Langs de kust kunnen ook karren optreden; chemisch is dit nog niet geheel duidelijk daar zeewater meestal met calciumcarbonaat verzadigd is.
