o./m., een sedimentair gesteente dat, behoudens verontreinigingen (klei of zand), bestaat uit calciumcarbonaat.
(e) Kalksteen komt in verschillende soorten voor. Sommige zijn fijnkorrelig en dicht, zoals de zgn. Solnhofense of lithografische steen. Daartegenover staan de korrelige en de kristallijne kalksteen, waarin de korrels reeds macroscopisch in het oog vallen. Sommige soorten zijn hard, andere kunnen gemakkelijk met de vingers fijn gewreven worden (krijt). De kleur kan alle mogelijke schakeringen vertonen.
De meeste kalksteensoorten zijn gelaagd; uitzondering vormen de rif kalken. Door metamorfose kan de kalksteen overgaan tot marmer. Kalksteen ontstaat op verschillende manieren. Een deel wordt als neerslag gevormd, b.v. de druipsteen in kalkgrotten (chemische kalksteen). Verreweg het grootste deel wordt evenwel gevormd door directe of indirecte werking van organismen. Tal van organismen onttrekken nl. koolzure kalk aan het water en bouwen daarvan hun schalen en skeletten.
Verder kunnen kalkverbindingen uit het water worden neergeslagen door ontbindende organische stoffen. De koralen, stromatoporen en verschillende kalkwieren (Lithotharnnion) bouwen de koraalriffen op. De lege schalen van foraminiferen, mollusken enz. komen in het slib van de zeebodem, behalve in de allerdiepste zeebekkens, omdat de koolzure kalk daar geheel oplost. Onder gunstige omstandigheden kan zich daar een kalkrijk slib vormen, waarin plaatselijk belangrijke hoeveelheden schelpresten van mollusken (schelpbanken) kunnen zijn opgehoopt. Door verharding ontstaat een kalkrijk gesteente . Klastische kalksteen is allochtoon en is gevormd door afzetting na transport van carbonaatgruis op dezelfde wijze als andere klastische sedimenten. Het is al naar de grootte van de deeltjes vergelijkbaar met verharde grond-, zandof kleibanken.
Het carbonaatgruis wordt vermoedelijk gevormd door erosie onder water van riffen en bestaat uit puin van organische oorsprong, ook gemengd met chemisch neergeslagen carbonaat. Oölitische kalksteen is vermoedelijk op deze wijze gevormd in ondiep, sterk bewogen water. Vermengd met magnesiumcarbonaat en door metasomatische verandering kan →dolomiet uit kalksteen ontstaan. Zowel de harde als de zachte soorten kalksteen kunnen uitstekend als bouwsteen gebruikt worden.