Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Karnak

betekenis & definitie

Egyptisch dorp ten noorden van ➝Loexor, aan de rechteroever van de Nijl, bij de stad Thebe. Hier is een groot aantal ruïnes uit de Oud-Egyptische periode.

De voornaamste is die van de Amontempel (➝Amon), waaraan sinds het Middenrijk is gebouwd door diverse farao’s. De westzijde wordt door een poort afgesloten, breed 113 m en 43 m hoog, met muren ter dikte van 15 m (onvoltooid), die toegang geeft tot de grote hof met tempel van Ramses III (1197 v.C.—1165 v.C.). Aan de noorden zuidzijde zijn zuilengangen. Door een tweede poort komt men uit de grote hof in de grote zuilenzaal (breed 103 m, grondvlak ca. 5000 m2); 16 rijen zuilen (totaal 134) droegen het dak. De middelste hebben een hoogte van 24 m met een omvang van 10 m; hun kapiteel is een open papyrusbloem; de lagere zuilen zijn bundelzuilen. Op wanden en zuilen bevinden zich tal van inscripties en voorstellingen in reliëf.

Deze zuilenzaal wordt gesloten door een derde poortgebouw, waarvan weinig meer over is. Het gaf toegang tot de middelhof met twee obelisken. Een vierde poortgebouw gaf toegang tot de onder Ramses II ommuurde tempelruimten. Aan de zuidzijde van dit tempelcomplex sluit een tweede aan, dat door een sfinxallee in verbinding staat met een andere tempel bij een heilig meer. . LITT. G. Legrain, Les temples de Karnak (1929); P. Barguet, Le temple d’Amon-Rê à Karnak (1962).

< >