v./m. (-en), een soort van kuip waarin uit melk boter afgescheiden wordt; de — wordt groot, de vetdeeltjes van de melk verenigen zich tot grotere klompjes; de — is af, de melk is geheel gekarnd. ⓔ De karn is een houten vat waarin vroeger op de boerderij de van de melk afgeschepte room tot boter werd gekarnd. Naast karnen van het stilstaande type, waarin de room door middel van een pols, een karnstok of een roerorgaan in heftige beweging werd gehouden, kende men ook schommel-, tuimelen ronddraaiende karnen.
De aandrijving geschiedde met de hand maar ook met behulp van een hond of een paard. Bij de fabriekmatige boterbereiding worden ➝karnkneders of ➝botermachines gebruikt.