v. (-riën), een soort bacterie die in staat is een kapsel te vormen zodat een kolonie van deze organismen een glad, slijmig geheel is.
(e) Het kapsel omhult de bacterie en is een laag materiaal dat door de bacterie gevormd wordt. Het kan van zeer uiteenlopende samenstelling zijn. Het kapsel van Bacillus bestaat uit een polypeptide, terwijl het kapsel van Leuconostoc, Salmonella en Klebsiella uit een polysaccharide bestaat. Bij pathogene bacteriën hangt de mate van →virulentie af van de grootte van het kapsel. Opvallend is dat de eigenschap om kapsels te vormen makkelijk verdwijnt door een mutatie, waardoor de gladde, slijmige kolonievorm van een kapselvormende bacterie overgaat in een ruwe kolonievorm.