bn. en bw. (—er, —st), scherpe kanten, ribben hebbend: kantige steentjes; een — uitsteeksel; soms: scherp begrensd; (fig.) zijn karakter, zijn persoonlijkheid was te — (te hoekig, scherp), om zich vele vrienden te maken; bw., met scherpe omtrekken: de gebeurtenissen tekenen zich nergens — af; ook in gunstige zin: een kantige kerel, een karaktervol man; fustig (van wijn), naar het vat smakend, beschimmeld.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk