m., stelsel van boekhouden, waarbij de kasbeweging (ontvangsten en uitgaven) van de huishouding centraal staat.
(e) De kameraalstijl geeft in beginsel geen inzicht in de stand van vorderingen, schulden en andere vermogenswaarden, noch in de omvang van winsten en verliezen, en is derhalve weinig geschikt voor een bedrijf. Een dergelijke →boekhouding is veeleer bedoeld voor de overheid en andere huishoudingen wier administratie voornamelijk gericht is op het verkrijgen van een overzicht van de bronnen en vooral de besteding van de beheerde gelden. Naast het kasboek is er dan ook een grootboek, waarin de ontvangsten en uitgaven rubrieksgewijze worden gerecapituleerd. Bij de nieuwe kameraalstijl worden ook de vorderingen en schulden geadministreerd.