m. (mv.), Camelidae, zoogdierenfamilie, behorend tot de groep eeltpotigen (Tylopoda).
(e) De kamelen omvatten de kamelen en de →lama’s. Kameel (Camelus bactrianus) en dromedaris (C. dromedaris) zijn nauw verwant, en zijn in eerste instantie te onderscheiden doordat eerstgenoemde twee vetbulten op de rug draagt en laatstgenoemde slechts één. Vrouwelijke kruisingsprodukten zijn veelal zelfs vruchtbaar. Hybriden hebben één bult met een kleine inkeping op de top. Kamelen zijn betrekkelijk grote dieren (schouderhoogte ca. 2 m); dromedarissen zijn iets kleiner. De kleur van de langharige pels, die pluksgewijs geruid wordt, varieert van grijswit tot donkerbruin.
Wilde kamelen zijn thans zeer zeldzaam, zoniet uitgestorven; de laatste kleine kudden kwamen voor in Mongolië. Als huisdier zijn →kamelen van zeer groot belang, vooral in Azië. Wat klimaat betreft zijn zij geharder dan de meer tropische dromedaris. Op de hoogvlakten van Azië verdragen kamelen de extreme omstandigheden van een landklimaat met zeer strenge winters en hete zomers zonder veel bezwaar. Kamelen zijn rijen lastdieren (karavanen), maar wol, melk, huid, vlees en uitwerpselen (brandstof in houtarme streken) worden ook gebruikt. Wilde dromedarissen zijn uitgestorven (Arabië, Sahara); als rijen lastdier zijn zij van belang in Arabië en Noord-Afrika (ingevoerd in o.a.
Zuid-Afrika, Australië en Zuid-Azië). Een dromedaris kan een last tot maximaal ca. 500 kg dragen; kameelachtigen kunnen 25 jaar oud worden. In de paringstijd vertoont de dromedarishengst een uitstulpbare blaas in de mond. De draagtijd varieert van 12—14 maanden; per keer wordt slechts één, vrij groot, jong geboren. Vele beweringen omtrent weinig drinken, opslaan van water, bulten, uithoudingsvermogen e.d. moeten naar het rijk der fabelen worden verwezen. Als woestijnhuisdieren zijn de kamelen belangrijk omdat zij genoegen nemen met de hardste en doornigste planten en ook brak water voor lief nemen; deze dieren zijn geheel aangepast aan een leven in de woestijn onder de meest extreme omstandigheden (afsluitbare neusgaten, uiterst spaarzaam transpireren, grote temperatuurtolerantie enz.). De schommelende bewegingen worden veroorzaakt door de telgang, die berijders soms zelfs zeeziek kan maken.