oude Assyrische stad, op de resten van een veel oudere nederzetting door Salmanassar i in de 13e eeuw v.C. gesticht. De stad, gelegen op de oostelijke oever van de Tigris, is vooral bekend geworden door koning →Assoernasirpal ii, die haar in de 9e eeuw uitbouwde en tot residentie maakte.
De ruïnes van Kalach, bekend onder de naam Nimroed, werden door H.A.Layard van 1845-51 uitgegraven. Van 1949-63 werd een nieuwe reeks opgravingen gedaan. In de zuidwesthoek van de stad bevindt zich de citadel met o.a. de tempels van Ninoerta en van Naboe, en enkele paleizen: het grote noordwestelijke, het zuidwestelijke, het centrale, het verbrande paleis en het paleis van de gouverneur. Tot de belangrijkste vondsten behoren vele reliëfs en stierenen leeuwenkolossen. In de tempel van de schrijversgod Naboe werd een bibliotheek aangetroffen. In de benedenstad bevonden zich in de zuidoostelijke hoek een paleis (van →Adadnirari m) en het in de 9e eeuw v.C. gestichte Fort Salmanassar, een groot complex met kazernes, arsenalen, werkplaatsen en exercitieruimten.
Tot de spijkerschriftvondsten behoren naast beschreven reliëfs, standbeelden en kolossen, veel bouwinscripties en documenten (brieven, oorkonden) uit de rijksadministratie. LITT. A.H.Layard, Nimrud and its remains(1849— 50; verkorte Duitse vert.: Auf der Suche nach Ninive, 1965); M.E.L.Mallowan, Nimrud and its remains (2 dln. 1966); J.V.Kinnier Wilson en J.N. Postgate, Cuneiform texts from Nimrud (2 dln. 1972-73).