Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kabinetorgel

betekenis & definitie

o. (-s), pijporgel ter grootte van en uiterlijk lijkend op een kabinet.

(e) Een kabinetorgel is een zgn. →positief. Het heeft slechts één manuaal, meestal geen pedaal, en de dispositie omvat een beperkt aantal (labiaal-)registers. →orgel.

< >