1. meisjesnaam (Fries: Jutte, waarschijnlijk uit Johanna); mal vrouwspersoon: en Jul, een raar stelletje; staan als — voor het hek, beteuterd staan;
2. het hoofd, de kop van (eig. naam van een berucht Haags moordenaar Jacobus Jut, 1872), krachtmachine op kermissen.