[Gr., Guldenmond], patriarch van Konstantinopel, kerkvader van de Oosterse Kerk, *ca.354 Antiochië, t407 Komana. Chrysostomos was leerling van de beroemde Griekse redenaar Libanios, maar keerde zich tot de christelijke theologiestudie bij Diodoros van Tarsos.
Op 23-jarige leeftijd werd hij door bisschop Meletios van Antiochië gedoopt. Hij kwam in 381 na een teruggetrokken leven in de bergen weer te Antiochië, werd diaken en in 386 presbyter. Van toen af begon zijn loopbaan als prediker, waarbij hij niet zozeer de verzaking van de wereld door monnikendom op de voorgrond stelde, maar het oprechte leven van een christen in de wereld. Bekend zijn de 21 predikaties De statuis ad populum Antiochenum (387). In 397 werd hij tot patriarch van Konstantinopel gekozen. Chrysostomos trad met strengheid op tegen het heersend zedenbederf en maakte zich daardoor gehaat bij keizerin Eudoxia.
Onder haar invloed werd Chrysostomos in 403 door zijn tegenstanders in een synode bij Laodikeia afgezet; keizer Arkadios verbande hem daarna op verlangen van Eudoxia naar Bithynië. Het volk was hierover woedend, zodat Chrysostomos teruggeroepen werd. Hij vatte zijn ambt weer op; een synode van zijn tegenstanders zette hem echter wederom af en opnieuw werd hij verbannen, nu naar KleinArmenië (404). De voorspraak van paus Innocentius I had slechts ten gevolge dat hij naar een nog verder verwijderd oord, Pityos in Kolchis, verbannen werd. Op reis daarheen overleed hij. Gedenkdag in het Oosten 13 nov., in het Westen 27 jan.
Chrysostomos was meer prediker en pastor dan theoloog. Zijn welsprekendheid werd zeer bewonderd; hij wordt beschouwd als de belangrijkste homileet van de Griekse Kerk. Zijn preken behandelen soms hele bijbelboeken, soms ook vragen van de dag. Door hun actualiteit zijn zij een belangrijke bron van kennis omtrent het leven in Antiochië en Konstantinopel. Daarnaast schreef Chrysostomos vele andere werken, waarvan vooral die over het priesterschap en de doopcatechesen van belang zijn. Door zijn preken heeft hij diepgaande invloed op de Oosterse Kerk uitgeoefend. De daar gebruikelijke liturgie is ten onrechte met zijn naam verbonden.