Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

jeugdrecht

betekenis & definitie

o., het totaal aan wettelijke bepalingen met betrekking tot minderjarigen.

(e) Door de ruime opvatting van de term jeugdrecht vallen er in Nederland vele bepalingen onder die verspreid staan in verschillende wetten en wetboeken. Het omvat meer dan de →kinderwetten en wel: civielrechtelijke bepalingen: afstamming, wettigheid, onwettigheid, adoptie, kunstmatige inseminatie, vondelingen, ouderlijke macht, minderjarigheid, kinderbeschermingsmaatregelen, voogdij, toeziende voogdij; administratiefrechtelijke bepalingen: leerplichtwet, arbeidswetgeving, sociale wetgeving, onderwijsen gezondheidswetgeving en subsidieregelingen met betrekking tot de organen die de kinderwetten in enge zin uitvoeren; strafrechtelijke regelingen. Volgens de Wet Herziening Kinderstrafrecht en Kinderprocesrecht van 1 augustus 1965 kan niemand strafrechtelijk worden vervolgd wegens een feit dat is begaan voordat de leeftijd van 12 jaar is bereikt. Boven deze leeftijd tot 18 jaar is het kinderstrafrecht van toepassing, maar de mogelijkheid blijft bestaan om voor 16—17-jarigen de bepalingen voor strafrechtelijk meerderjarigen toe te passen (d.w.z. gevangenisstraf op te leggen). Van 18—21 jaar geldt het meerderjarigenstrafrecht, maar de rechter heeft de bevoegdheid in bijzondere gevallen (nl. indien de persoon van de minderjarige dit wenselijk maakt) het kinderstrafrecht alsnog toe te passen. De wet kent vier kinderstraffen en drie kindermaatregelen. Het verschil is dat een straf bepaald en een maatregel onbepaalder is; een kinderstraf houdt een korte, krachtige correctie in; een kindermaatregel beoogt een zekere heropvoeding. De straffen zijn: berisping, geldboete, arrest (maximaal 14 dagen) en tuchtschool (1—6 maanden). De maatregelen zijn: ondertoezichtstelling, terbeschikkingstelling van de regering, bedoeld voor moeilijk opvoedbare kinderen (waarbij de rechter elke twee jaar onderzoekt of deze verlengd moet worden) en plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling (bestemd voor zeer moeilijk opvoedbare minderjarigen, die niet thuishoren in een gewone opvoedingsinrichting). De maatregel eindigt bij meerderjarig worden. Zij kan worden opgelegd indien de minderjarige tijdens het begaan van het feit ontwikkelingsstoornissen van de geestvermogens vertoonde (niet en verminderd toerekeningsvatbare minderjarigen). Voor de behandeling van strafrechtelijke kinderzaken bij de rechtbank is een bijzondere rechter aangewezen (→kinderrechter). Aan iedere minderjarige wordt in rechtbankzaken een raadsman toegevoegd; de behandeling van een zaak tegen de minderjarige geschiedt niet in het openbaar, maar met gesloten deuren.

Voor België: →jeugdbescherming.

LITT. H.de Bie, Kinderrecht (2 dln. 5e dr. 1974— 76; bew. door G.Delfos en J.Doek); W.P.C.Knuttel en J.F.v.Hasselt, Kinderrecht voor de maatsch. werker (1974); Jeugdbeschermingsrecht. Rapport van de comm. tot herz. van het kinderbeschermingsrecht (2e dr. 1974);P.G.Prins,M.B.v.d.Werk en J.G.Zijlstra—v.Loghem, Inl. in jeugdrecht en vormen van zorg voor jeugdigen (1975).

< >