Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

jakobijn (jacobijn)

betekenis & definitie

m. (-en),

1. naam voor de eerste dominicanen in Noord-Frankrijk;
2. naam voor de leden van een Franse radicaal-politieke beweging tijdens de Franse Revolutie ; in zuivere zin: heftig democraat. (e) De beweging van de jakobijnen ontstond uit een club van Bretonse afgevaardigden naar de Assemblée Nationale. De club vestigde zich in 1789 in een vm. jakobijnenklooster te Parijs en nam de naam aan van Club des amis de la constitution. Leden waren o.a. Mirabeau, Siéyès, Barnave, Robespierre, Desmoulins en Condorcet. De leden propageerden democratische beginselen, o.a. uitbreiding van het kiesrecht, hielden talloze openbare vergaderingen en richtten een groot aantal dochterclubs op in de provinciesteden. In de loop van 1791 werd het aantal republikeinen bij de jakobijnen overheersend, waarop de ⟶feuillants zich afscheidden. Door toetreding van linkse elementen radicaliseerde de beweging, die in sept. 1792 de naam aannam van Société des jacobins, amis de la liberté et de légalité. Na de terechtstelling van koning Lodewijk XVI en de verwijdering van de ⟶girondijnen kregen de jakobijnen steeds meer invloed in de Nationale Conventie, waar zij steun verleenden aan hun leider Robespierre. Deze ging na korte tijd door middel van het ⟶Comité de Salut Public een dictatoriale macht uitoefenen. Na diens val werd de club der jakobijnen door de Conventie verboden (aug. 1795). De club herleefde nog enkele malen onder andere namen, maar werd tijdens het Directoire opgeheven. De naam jakobijnen is in Frankrijk sindsdien in gebruik gebleven als aanduiding voor gevaarlijke radicalen, extreem-revolutionairen.

LITT. G.Walter, Hist. des jacobins (1946); A. Soboul, Paysans, sans-culottes et jacobins (1966); I.Woloch, Jacobin legacy (1971).

< >