Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Ivoorkust

betekenis & definitie

(République de la Côte-dIvoire), republiek in West-Afrika, begrensd door de Atlantische Oceaan, Liberia, Guinea, Mali, Opper-Volta en Ghana; 322463 km2, 6,6 mln. inw. Hoofdstad: Abidjan.

FYSISCHE GESTELDHEID. Reliëf en afwatering. Langs de kust strekt zich een gordel van lagunen uit. Ten noorden daarvan treft men een plateau aan, dat langzaam afhelt naar de kust en dat bedekt is met altijdgroen tropisch regenwoud. Dit gaat op 8° NBr. over in een savannenlandschap. Vier grote rivieren (Cavally, Sassandra, Bandama en Comoë) lopen noord-zuid en zijn door stroomversnellingen onbevaarbaar.

Klimaat. Ivoorkust heeft een heet, vochtig moessonklimaat. De gemiddelde maandtemperaturen liggen tussen 20—30 °C. De hoogste temperatuur komt voor tijdens de noordoostmoesson (droge periode) in jan. —febr., de laagste temperatuur tijdens de natte zuidwestmoesson in juni—aug. In het algemeen neemt de regenval in noordelijke richting af, behalve waar bergruggen de zuidwestmoesson tot opstijgen dwingen.

BEVOLKING. De inheemse bevolking bestaat uit meer dan 60 stammen, die men in zes hoofdgroepen kan onderverdelen. In het zuidoosten leven de Agni-Ashanti, die met de Baulé (rond Bouaké) in de dichtstbevolkte streek van Ivoorkust leven (30 inw./km2). De Mandé wonen in het noordwesten, de Senufo in het noorden en de Kru in het zuiden. Het geboortencijfer is 46 %o, het sterftecijfer is 22,7 %o. De immigratie vanuit Opper-Volta en Mali doet het inwoneraantal sterk stijgen. Ca. 30 % van de bevolking woont in de steden.

Taal. De officiële taal is Frans; verder worden er ca. 80 talen en dialecten gesproken.

Godsdienst. Van de bevolking is ca. 24 % islamitisch, 13 % christelijk (m.n. rooms-katholiek), de overigen hangen een natuurreligie aan. Communicatie. Er verschijnen in Ivoorkust drie dagbladen met een totale oplaag van 44000. De radioen televisie-uitzendingen worden behalve in het Frans ook in de lokale taal gehouden. Er zijn ca. 180000 radios en 154000 televisietoestellen.

Er zijn 60000 telefoonaansluitingen. ECONOMIE. Landbouw. Ca. 90 % van de bevolking leeft van landbouw. Deze wordt meestal bedreven in kleine bedrijven, die te zamen 97 % van de koffie, 95 % van de cacao en 70 % van de ananas leveren. De koffie heeft een hoog cafeïnegehalte en leent zich goed voor koffiepoeder.

Ivoorkust is de op twee na grootste koffie-exporteur ter wereld. Cacaoteelt is in 1912 gedwongen ingevoerd, de uitvoerwaarde komt na die van de koffie. Maïs, maniok, rijst, katoen, rubber en tabak worden voor eigen verbruik geteeld.

Veeteelt. Grote delen van het land liggen in het verbreidingsgebied van de slaapziekte en zijn daarom ongeschikt voor veeteelt. Van het vee bevindt zich 80 % daarom in de noordelijke streken; dit is echter onvoldoende voor de eigen consumptie en daarom worden, vooral uit Opper-Volta, veel dieren ingevoerd. Er zijn 500000 runderen, 200000 varkens, 980000 schapen en net zoveel geiten.

Visserij. De visserij op open zee en in de lagunen neemt in belangrijkheid toe (ca. 65000 t/jaar). Bosbouw. Hoewel de uitvoerwaarde van hout en houtprodukten terugloopt, blijft de bosbouw zeer belangrijk. De eens zo rijke bossen met een overvloed van mahonie en iroko zijn grotendeels uitgeput. Men tracht nu de herbebossing met snelgroeiende soorten op te zetten.

Energie. De meeste energie wordt opgewekt door thermische centrales. Er is bij Kosson een stuwdam en bij Taabo is er een in aanleg.

Mijnbouw. Er zijn twee kleine diamantmijnen; het delven van mangaanerts is gestaakt. Er zijn plannen om laagwaardige ijzerertsvoorkomens bij Man in 1980 te gaan exploiteren. Titaan, goud, koper en bauxiet zijn aangetoond.

Industrie. De industrie is na 1945 sterk gegroeid, vooral op het gebied van de bewerking van inheemse grondstoffen voor de uitvoer en de produktie van verbruiksgoederen voor het binnenland. Omdat de inheemse kapitaalvorming langzaam gaat, is de industrie met buitenlandse hulp opgebouwd. Er zijn nu o.a. conserven-, textielen tabaksfabrieken, werven, houtzagerijen, olieslagerijen en zeepfabrieken.

Handel. De voornaamste uitvoerprodukten zijn koffie, hout, cacao, conserven en bananen; de voornaamste invoerprodukten zijn voertuigen, machines, elektrische apparaten en vloeibare brandstoffen. De handelsbalans is positief en de voornaamste handelspartners voor inen uitvoer zijn Frankrijk, de BRD, de VS, Italië en Nederland. Verkeer. Door de watervallen kunnen de rivieren niet verder dan 60—70 km van de mond bevaren worden en alleen door kleine vaartuigen. De lagunen zijn uitstekend bevaarbaar voor schepen tot 4 m diepgang.

Zandbanken voor de kust, de schoorwallen en de hevige branding bemoeilijken het oceanisch verkeer. Door de landtong is het Vridikanaal gegraven, zodat oceaanschepen Abidjan kunnen bereiken. Daardoor is het verkeer van Abidjan enorm toegenomen en is ook de industrie sterk gegroeid. De goederenomslag bedraagt meer dan 6 mln. t/jaar. San Pedro heeft een nieuwe haven, die m.n. dient voor de economische openlegging van West-Ivoorkust, o.a. de exploitatie van het houtbestand. De spoorlijn van Abidjan is doorgetrokken naar Ouagadougou in Opper-Volta (1170 km) en wordt door diesels bereden.

Er is 39000 km verkeersweg waarvan 7000 km geasfalteerd. Voornaamste luchthaven is Abidjan-Port-Buet. STAATSINRICHTING. Bestuur. Ivoorkust is een gecentraliseerde republiek met het karakter van een presidentiële democratie. Sinds 1961 is het éénpartijensysteem in de grondwet opgenomen, zodat zowel de leden van de ministerraad (24 ministers en 9 staatssecretarissen) als van de wetgevende vergadering van 85 leden, lid zijn van de Parti Démocratique de la Côte-dIvoire (PDCI).

De president wordt voor vijf jaar gekozen. Het staatsgebied is onderverdeeld in 24 departementen, die weer onderverdeeld zijn in 125 onderdepartementen. Hoewel de bevolking nog hecht aan de oude tradities en de stamhoofden op lokaal niveau nog macht hebben zijn in 1964 polygamie, bruidsprijs en erfenis in de vrouwelijke lijn verboden.

Rechtspraak. Sinds 1964 valt de gehele rechtspraak onder magistratenrechtbanken, de assisenhoven en het Hof van Appel. Het Hooggerechtshof is de hoogste instantie.

Munt. De munteenheid is de frank CFA, de munteenheid van de >frankzone in Afrika. De koers op 1.12.1977 was 1 frank CFA = fl,00 = BF 14,5. Onderwijs. Na het bereiken van de onafhankelijkheid (1960) is het onderwijs in hoog tempo uitgebreid. Hoewel het basisonderwijs verplicht is, maakt slechts 65 % van de kinderen daarvan gebruik. De nationale universiteit (1964) in Abidjan heeft vijf faculteiten waar ca. 6000 studenten onderwijs genieten.

Defensie. De legermacht, die met Frans materiaal is uitgerust, omvat 4100 man, verdeeld over het leger (3500) de marine (200) en de luchtmacht (400). De paramilitaire macht omvat 2800 man.

LITT. B.Holas, La Côte-dIvoire (1963); B.Holas, Arts de la Côte-dIvoire (1966); G.Rougerie, La Côte-dIvoire (1967); C.Zeiler, Elfenbeinküste. Ein Entwicklungsland auf dem Wege zur Nation ; G.H.Lutz, Republik Elfenbeinküste (1971).

GESCHIEDENIS. Vanaf de 15e eeuw werd de Ivoorkust door Portugezen bezocht, later door Hollanders, die er ivoor kwamen halen. De Fransen, die reeds eind 17e eeuw te Assinie aanwezig waren, bouwden, na akkoorden met inlandse hoofden te hebben gesloten, in 1842-43 daar en te Grand-Bassam forten. Deze nederzettingen, die gericht waren tegen de expansie van de Engelsen op de Goudkust, leverden commercieel zeer weinig op. Zij werden in 1871 ten gevolge van de Frans-Duitse Oorlog, ontruimd. Wel werd in 1878 een Franse resident benoemd.

In 1893 kreeg het gebied de status van Franse kolome. In 1899 werd Ivoorkust een deel van Frans West-Afrika. Pas in 1917 was het gehele land volledig onderworpen. In 1934 werd Abidjan de hoofdstad. F.Houphouet-Boigny stichtte in 1946 de Parti Démocratique de la Côte-dIvoire, die aanvankelijk communistisch georiënteerd was. Bij het referendum van 28.9.1958 voor een nieuwe grondwet koos Ivoorkust voor interne autonomie binnen een Franse Gemeenschap.

Plannen voor een Westafrikaanse federatie mislukten door het verzet van Houphouet-Boigny. Hij streefde naar een confederatie van Frankrijk en de Franse Afrikaanse gebieden. Nadat duidelijk geworden was dat hij onvoldoende steun voor dit plan kon vinden, werd de Ivoorkust op 7.8.1960 onafhankelijk, onder een presidentieel regime.

Houphouet-Boigny is sinds 1960 president. Bij zijn laatste herverkiezing (17.11.1975) verwierf hij bijna 100 % van de stemmen. In 1963 mislukte een poging van radicale studenten en ontevreden politieke leiders uit het noorden om de regering omver te werpen. Het feit dat de welvaart en de ontwikkeling in het land zo slecht verdeeld bleven en de diversiteit van de verschillende volksgroepen veroorzaakten veel spanningen. In 1968 braken studentenonlusten uit, gevolgd in 1969 door een onderwijsstaking, waarna Houphouet-Boigny de belangrijkste leiders liet arresteren. De protesten waren vooral gericht op de toevloed van immigranten uit de buurlanden.

Een wet tot beperking van die immigratie werd daarop aangenomen. In 1973 werd een aantal jonge officieren die beschuldigd werden van het voorbereiden van een staatsgreep ter dood gebracht. De buitenlandse politiek van Houphouet-Boigny berust op drie pijlers: nationalisme, anticommunisme en afkeer van gebruik van geweld. Op diplomatiek gebied speelt de Ivoorkust in Afrika een belangrijke rol. In 1971 bleek de president een voorstander van een dialoog met Zuid-Afrika. Hij probeert deze ook in praktijk te brengen.

De banden met Frankrijk werden in 1974 nog eens nauw aangehaald. LiTT. M.A.Clerici (red.), Hist. de la Côte-dIvoire ; G.Rougerie, La Côte-dIvoire (1964); A. R.Zolberg, One-party government in the Ivory Coast (2e dr. 1969); G.H.Lutz, Republik Elfenbeinküste (1971).

< >