[Lat.], v. (-tionis), in het Romeinse recht de zorg voor de rechtspraak.
© De iurisdictio berustte in Rome in het bijzonder bij de -»-pretoren en de -»-aediles curules, die slechts de bevoegdheid hadden om rechtsingang te verlenen. Men spreekt nog over iurisdictio contentiosa (contentieuze rechtspraak, betreffende rechtsgeschillen op tegenspraak) en iurisdictio voluntaria (vrijwillige rechtspraak, betreffende de taakuitoefening van de rechter zonder dat er sprake is van een geding tussen twee partijen).