[Lat.], m. (-dices), in het Romeinse recht term voor rechter.
In de antieke Latijnse bronnen is iudex privatus de niet ambtelijke rechter, die in het kader van het formula proces (zie formula) door partijen of door de magistraat is aangewezen. Het was niet vereist dat hij jurist was. Dit incidentele rechterschap werd vervuld door een senator of later ook door een ridder, die, na de aangebrachte bewijzen gewogen en advies van een of meer vakjuristen (zie iurisconsultus) ingewonnen te hebben, een uitspraak deed omtrent het hem voorgelegde geschil. In het latere buitengewone proces (zie cognitio extra ordinem) ontmoet men iudex pedaneus, een ambtelijke gedelegeerde, als rechter. Thans duidt de term unus iudex op de alleensprekende rechter (b.v. kantonrechter, politierechter).