Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

insekteneters

betekenis & definitie

(insecteneters), m. (mv.), Insectivora, orde van primitieve zoogdieren, meestal klein en met korte poten.

(e) De ogen van de insekteneters zijn veelal slecht ontwikkeld (veel nachtdieren), evenals de hersenen, terwijl ook de tanden weinig gespecialiseerd zijn. Alle vingers en tenen zijn van klauwen voorzien. Insekteneters leven voornamelijk van ongewervelde dieren, waarbij de insekten een voornaam deel van het voedsel uitmaken. Zij zijn de minst ontwikkelden onder de placente →zoogdieren, en zij lijken enigszins op de uitgestorven voorouders van de huidige hogere zoogdieren. Ook is het wel zeker dat de primaten (aapachtigen) afstammen van voorouders die zeer dicht bij de insekteneters stonden. De insekteneters zijn bijna kosmopolitisch; alleen in het Australische gebied zijn zij niet bekend.

De groep omvat ca. 375 soorten, voornamelijk spitsmuizen. Hun grootte varieert van het kleinst bekende zoogdier (een spitsmuis, Suncus etruscus, 6-8 cm lang, gewicht 2 g), tot olifantspitsmuizen (Elephantulus) met een lichaamslengte van 27 cm. Men onderscheidt acht families, de →solenodons (Solenodontidae), →tenreks (Tenrecidae), otterspitsmuizen (Potamogalidae), goudmollen (Chrysochloridae), →egels (Erinaceidae), →olifantspitsmuizen (Macroscelididae), →spitsmuizen (Soricidae), en →mollen (Talpidae). De otterspitsmuizen zijn eigenaardige insekteneters uit Centraalen West-Afrika (weinig soorten); zij leven aan de oevers van stroompjes en meren en voeden zich met vis en kreeftachtigen. De goudmollen ontlenen hun naam aan de fraai iriserende kleuren (groen, violet, goud) van hun pels. Deze familie omvat ca. 20 soorten, voornamelijk in Zuid-Afrika, met enkele soorten in Middenen Oost-Afrika. Hoewel hun bouw en levenswijze aan die van de gewone mollen doen denken, verschillen de goudmollen van deze to. in een aantal kenmerken (o.a. gebit).

< >